Theater zonder script
Een van de makkelijkste manieren om improvisatietheater te omschrijven is zeggen dat het theater is, maar dan zonder vooraf vastgelegde tekst. Eigenlijk helemaal zonder script, om het in theatertermen te zeggen. Want theater is natuurlijk meer dan tekst. Acteurs voeren ook handelingen uit, manipuleren objecten en gebruiken mimiek. In improvisatietheater ontstaat dat allemaal on-the-spot.
Improvisatietheaterspelers verstaan als geen ander de kunst van spontaniteit. Ze hebben een hoog bewustzijn van de prikkels die op hen afkomen, in interactie met medespelers en de ruimte om hen heen. Ze lezen vliegensvlug woorden en hun betekenissen, maar ook vormen, bewegingen en emoties. Ze zetten hun hele hoofd en lijf in om prikkels te filteren en er spontaan (wat niet hetzelfde is als impulsief) op in te gaan met een heldere respons. Die dan weer inspiratiebron is voor de collega’s. Het geheel is te vergelijken met het zwermen van vogels of andere dieren.
Improvisatietraining is “ongeschreven”.
En het is ook “ontschrijven”.
De grote confrontatie en ontdekking bij improvisatietheater is het besef dat er tóch een script is. Meer dan één zelfs. Elke improvisatiespeler ontdekt heel snel welke scripts aan hem of haar kleven en hoe dwingend die zijn. We noemen ze ook wel patronen of gewoontes of denkfouten. Ze zorgen ervoor dat ons improvisatiespel helemaal niet zo vrij is als dat van een vierjarige. We hebben ze met het volwassen worden ontwikkeld om beschaafd, sociaal aanvaard en succesvol door het leven te gaan. Of in slechtere gevallen als overlevingsmechanismen.
Vele scripts delen we met elkaar, andere zijn persoonlijker. Hieronder enkele vaak voorkomende voorbeelden:
- Een mannelijke en vrouwelijke speler krijgen de opdracht een ontslagscène te spelen. In het leeuwendeel van de gevallen speelt de man de werkgever en de vrouw de werknemer.
- Ruziënde personages die ellenlang blijven kibbelen in plaats van het verhaal te doen kantelen.
- Spelers die nerveus van het ene been op het andere wiebelen omdat ze gehaast zijn in hun spel.
- Een personage wordt woest, maar de speler drukt dat niet uit.
De respectievelijke mogelijke scripts in deze voorbeelden: mannen hebben een hogere status, opgeven is zwak, je moet snel zijn, kwaad worden is verlies van zelfbeheersing.
Scripts raken in ons doen en handelen ingesleten door opvoeding, onderwijs, beeldvorming, cultuur. Scripts helpen ons om door het dagelijkse leven te navigeren, en zijn niet noodzakelijk slecht. Maar in vastgeroeste en onzichtbaar geworden vorm, kunnen ze makkelijk leiden tot stereotypes, taboes, onbegrip en onverdraagzaamheid. Op het podium zorgen hardnekkige scripts voor voorstellingen die niet voorbij het alledaagse gaan, of net te schreeuwerig zijn, of die zichzelf herhalen. Improvisatiespelers/groepen die goed “ontscript” zijn, doen wat elke kunstvorm doet: het ingesletene onthullen, het nieuwe laten ontdekken, het ondenkbare laten zien, de verbeelding prikkelen, mogelijkheden exploreren. Voor alle duidelijkheid: ontscripten is een blijvende oefening voor improvisatiespelers. Daarin zit de training en die gaat langs vele wegen.
Welk script schrijf jij vandaag weg?
Ook in het dagelijks leven kan het zinvol zijn regelmatig het een en ander van onze harde schijf weg te schrijven. Om zo weer wat meer ruimte te maken voor spontaniteit en creativiteit in onze acties en interacties. Op grotere schaal om meer te focussen op mogelijkheden dan op hindernissen.
Daarop zetten we in met de Living Impro cursussen: ontschrijven naast de scène. We vragen op het einde van een workshop dan ook steevast wat mensen (alvast een beetje) achterlaten. Een greep uit de antwoorden:
- steeds de focus op wat juist of waar is
- het altijd serieus zijn en doen
- het té enthousiast zijn
- het normaal vinden dat mooie schoenen vaak pijn doen
- dat een opdracht altijd perfect moet uitgevoerd worden
Welk script schrijf jij vandaag weg?
>> Kom twee dagen “ontschrijven” tijdens de Zomertweedaagse Living Impro!